Tlupt - Moresnet 2007


Weekend Moresnet december 2007

Op vrijdag 14 december gingen we op zoek naar onze gîte à la ferme de neubempt in het dorpje Moresnet in België, vlak onder Vaals.

Zoals de naam van het huisje al aangeeft was deze streek oorspronkelijk duits. Na de eerste wereldoorlog kreeg Belgie er wat bij, de oostkantons. Het huisje, oorspronkelijk het bakhuis van de naastgelegen biologische boerderij uit 1500, lag op een schitterende heuvel in het glooiende land van Herve, waar je zelfs easygooing op bedevaart kan. Op de kaart kun je zien dat we aardig  wat afgelopen hebben, tot aan het drielandenpunt toe.

We hebben uitzonderlijk mooi weer gehad deze dagen, weliswaar flink koud maar volop zonnig. Er waren ook alleen maar positieve reacties te horen. De enige smet was de auto van Bert, die onderweg niet meer verder wou, maar ook dat werd door de wegenwacht opgelost.

land+van+herve OR moresnet OR gemmenich OR plombieres

Dit waren de wandelroutes, met prachtig weer en een groots uitzicht.

Website van het huisje


Toon de route in Grote kaart of download de track.

Bedevaart als modern tijdverdrijf

(©) Volkskrantreizen door Cees Cloudemans

Bovenop de Gulperberg priemt een dertien meter hoog monument ter ere van Maria richting hiernamaals. Minzaam kijkt Moeder, Middelares, Maagd en Medeverlosseres, zoals zij op de sokkel wordt genoemd, neer op strak gesnoeide platanen die iel afsteken tegen het spitse sculptuur.

'Het beeld stamt uit 1935. Monseigneur Lemmens, de bisschop van Roermond, wilde heel Limburg aan Maria toewijden vanwege de naderende oorlog', zegt een groenverzorger. 'Ja, de bisschop had een vooruitziende blik', beaamt hij voordat hij over het zompige gras verder sjokt naar een parkeerplaats met uitzicht op een nog altijd druk bezocht bedevaartsoord.

Wittem kan het begin zijn van een pelgrimstocht van honderd kilometer die voert langs Holset, Moresnet, Val-Dieu, Noorbeek, Visé, Maastricht, Meerssen en Houthem-St. Gerlach. De route is opgesplitst in vijf etappes.

Bedevaarten waren zeker in het zuiden van Nederland de eerste vorm van toerisme, meent de Stichting Pelgrimswegen & Voetpaden. 'Op een feestdag gingen mensen te voet, te paard of later per fiets naar ''heilige plekken''.'

De stichting vindt onderdak in het redemptoristenklooster van Wittem, waar de heilige Gerardus Majella wordt vereerd en ook veel aan Maria-devotie wordt gedaan. Zij stelt zich ten doel het roomskatholieke erf- en cultuurgoed in te passen in een modern tijdverdrijf: wandelen. De toerist die over stille weggetjes en door bossen en weilanden dwaalt, wordt attent gemaakt op traditionele uitingen van volksdevotie. Wandelen wordt zo een eigentijdse vorm van pelgrimeren langs kapelletjes, wegkruisen en kerken die van oudsher op bedevaarten worden aangedaan. Voor de natuurliefhebber die niets om roomse parafernalia geeft, blijft er genoeg te genieten over.

De stichting heeft al enkele bedevaartswandelingen uitgezet; de rondwandeling door het zuidelijkste deel van Limburg en de Voerstreek is nieuw en betekent een aanvulling op lokale en regionale routes die vrijwel nergens grensoverschrijdend zijn, wat menig stapper als een gemis ervaart.

De Gulperberg, een geduchte bult voor Maria-processies, is niet in de rondwandeling opgenomen, maar als pittige omweg de moeite waard. Vanaf de zuidelijke flank ontvouwt zich een panorama waarin de geschiedenis van Wittem tot leven komt. Links van de N278 die Maastricht met Vaals verbindt, doemt kasteel Wittem op. Graaf Ferdinand von Plettenberg betrok het slot in 1722 en gaf opdracht tot de bouw van een kerk en klooster. In 1891 lieten redemptoristen op dezelfde plaats een groter klooster verrijzen.

Hel en eeuwige verdoemenis voor de zondaar en hemelse zaligheid voor de waarachtige katholiek predikten die oude redemptoristen, maar succes boekten ze. De opwaardering van Wittem tot bedevaartsoord is aan hen te danken. Een Italiaanse heilige die nooit in Wittem is geweest, trekt jaarlijks 200 duizend bezoekers terwijl kloosters en kerken leeglopen.

Aan de rechterkant van de N278 huizen de redemptoristinnen, een strenge contemplatieve orde die een teruggetrokken bestaan leidt binnen de muren van hun kloosterburcht in het dorpje Partij. De tekst van een blauwwit geschilderd houten kruis op de Gulperberg lijkt de weg te wijzen: Ach Zondaar beziet Mijn wonden. Dit voor Uw zonden. Verandert U van leven. Zal ik U de hemel geven.

De pelgrimsetappe van Wittem naar Moresnet voert langs bakkerij/lunchroom 't bakkes và Partij, het Partijer Höfke uit 1885 en het redemptoristinnenklooster waar een van de vijftien overgebleven nonnen met blij gemoed de stoep schrobt.

Een modderig karrespoor tussen velden met maisstoppels leidt naar een door knotwilgen afgebakend weilandje schuin tegenover het klooster van de Dienaressen van de H. Geest. Het wegkruis bij de ingang waarschuwt: Gij die nooit denkt aan mij, als gij hier gaat voorbij. Hoe zal het U vergaan, komt gij ten oordeel staan.

Het pad langs de ommuurde kloostertuin gaat via -tig ijzeren en houten wegkruisen - een behangen met rozenkransen en medaillon en een met doodskop onder de crucifix - over in een holle weg, een door erosie uitgeslepen voren.

Bij de vakwerkhuizen van de buurtschap Harles buigt de route naar links richting Holset, een gehucht met een kerk, eetcafé en een paar huizen. Een Lourdesgrot kijkt volgens een verweerd bordje uit op een 'biotoop (paarpoel)'. De rest van de tekst is weggevreten. In het modderbad huist volgens de routebeschrijving de vroedmeesterpad; het mannetje windt de eiersnoeren die het vrouwtje legt om de achterpoten.

De grot, een imitatie van de plek waar Maria aan een Frans herderinnetje zou zijn verschenen, bevindt zich aan de voet van een heuvel waarop een van de oudste kerkjes van Nederland staat, bovenop de plaats waar volgens de overlevering Keltische Eburonen mensenoffers brachten. In het kerkje vereren bedevaartgangers al weer eeuwenlang de heilige Genoveva, patrones tegen huid- en oogziekten. In een vitrine bij de ingang wordt een 'gezongen heilige mis voor genezing oogziekte' aangekondigd.

Na het Holsetter bos, een grafheuvel en grenspaal 5 golft het pelgrimspad omlaag, België in. In de kapel van Völkerich bevat het borduursel op een linnen laken de oproep: Drückt dich ein Weh. Zur Mutter geh'. Und sag es Ihr. Gern hilft sie Dir. Het versje is in het Duits net zo krom als de Nederlandse varianten op de wegkruisen, kennelijk een gevolg van verkrampte pogingen om zinnen te laten rijmen.

De kapel uit 1757 telt tien heiligenbeelden, waarvan drie onder een stolp. Achter een glazen fotolijst prijkt Ehrenkreuz und Medaille des Päpstlichen Zuaven Heinrich Schijns aus Völkerich-Gemmenich. . .Pius IX . . .Leo XIII.

In deze uithoek van België wordt vooral Duits gesproken, naast Frans en Nederlands. Neutraal-Moresnet heette het gebied in de eerste helft van de negentiende eeuw. Zijn status aparte dankte het aan een ruzie tussen Pruisen en het Koninkrijk der Nederlanden die elkaar de zeggenschap over een zinkmijn betwistten.

Moresnet-Chapelle is het eindpunt van deze pelgrimsetappe. Maria-vereerders kunnen in de kerk tegenover Brasserie Belle-Vue terecht. Het godshuis is behangen met ex-voto's en grenst aan de 'Calvarieberg', een kruiswegpark uit 1895. In zandstenen haut-reliëfs die zijn geplaatst in grotten van puim- en lavasteen wordt de lijdensweg van Jezus weergegeven.

De wandelaar die na de veertiende statie de Rue de Clinique inloopt (het begin van de vervolgetappe) ontwaart na een kwartier een monument van een geheel andere orde: België's hoogste en langste spoorbrug die in de Eerste Wereldoorlog op last van de Duitsers werd aangelegd.

Hoog boven Moresnet passeren twee goederentreinen elkaar tergend langzaam. Ruim vijftig meter onder het viaduct stroomt de Geul waarin weer op forel wordt gevist. In juni bloeien de 'zinkviooltjes' die herinneren aan een ernstige verontreiniging door sintels in een loodgrijs verleden. Twee kilometer verderop boort de Geul zich over een afstand van honderd meter de grond in. Een wegkruis naar de onderwereld ontbreekt.